Een taal echt begrijpen is geen gemakkelijke taak geweest voor degenen die hun hele leven hebben besteed aan het bestuderen ervan. Er zijn echter andere disciplines voortgekomen uit de grammatica die beetje bij beetje zijn gecreëerd voor het begrijpen van elke taal, ook rekening houdend met het feit dat vanwege de verschillen in elke taal de studie niet in alle gevallen hetzelfde zal zijn.
Morfosyntaxis bestudeert de betekenis van een zin door de elementen waaruit het bestaat en de regels die in de taal moeten worden gevolgd.
Morfologie is als enige verantwoordelijk voor het evalueren van de vorm van elk taalelement van de zin, waarbij wordt aangegeven met welk type woord het overeenkomt (werkwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, onder andere). De syntaxis van zijn kant bepaalt de functie van elk element in die zin en tenslotte, bij het evalueren van de zin op basis van zijn morfosyntaxis, kan de betekenis ervan worden vastgesteld, rekening houdend met beide perspectieven.
Morfosyntaxis komt dus overeen met een tak van grammatica, die morfologie en syntaxis verenigt, in een situatie waarin individuele studies, dat wil zeggen alleen de morfologie van een zin of alleen de syntaxis ervan, mogelijk is, maar er zijn gevallen waarin het alleen nodig zal zijn om beide (samen) te studeren en niet afzonderlijk.
Veel taalkundigen stellen vast dat de relatie tussen morfologie en syntaxis zo nauw is dat het onmogelijk is om ze van elkaar te scheiden en dat bij het bestuderen van een taal dit moet gebeuren door beide disciplines te verenigen, door middel van morfosyntaxis. Een voorbeeld hiervan is de studie van een polysynthetische taal, waarbij een enkel "woord" wordt vertaald in een volledige zin.
Aan de andere kant wordt morfosyntax gepostuleerd als een individuele oplossing, aangezien het de functie vervult van het bestuderen van de "onafscheidelijke" morfologie en syntaxis.
Er wordt gezegd dat het bestaan van morfologie onweerlegbaar is, ook dat van syntaxis en dat van morfosyntaxis het resultaat is van het feit dat er bepaalde grammaticale aspecten zijn die niet volledig vanuit een morfologisch of syntactisch perspectief kunnen worden bestudeerd.
In die zin zijn er mensen die aangeven dat de morfosyntaxis, afgezien van het verenigen van beide studies van de taal, als een essentiële metgezel van beide functioneert, wat een aanvulling vormt op het begrip van het object dat wordt bestudeerd.