Het woord nummer komt van het Latijnse numĕrus , met dezelfde betekenis. Het is elk teken of symbool dat wordt gebruikt om hoeveelheden, waarden of entiteiten aan te duiden die zich als hoeveelheden gedragen. Het is de uitdrukking van de relatie tussen hoeveelheid en eenheid.
Sinds het begin van de beschaving heeft de mens de behoefte ervaren om te tellen en zo getallen uit te vinden, zoals het geval is met Romeinse of Arabische cijfers (de Arabieren hebben ze in Europa geïntroduceerd), deze laatste zijn de meest gebruikte symbolen om getallen weer te geven., die 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 0 zijn.
De nummers zijn gegroepeerd in sets of verschillende structuren. Elke reeks getallen omvat de vorige, en is completer dan het en met grotere mogelijkheden in zijn bewerkingen.
De reeks getallen kan worden ingedeeld in: natuurlijke getallen, die we normaal gebruiken om te tellen, het zijn positieve getallen en zonder een decimaal gedeelte (N = 0,1, 2, 3,…). De gehele getallen, omvat alle natuurlijke getallen en hun tegenstellingen; dat wil zeggen, inclusief negatieven (-2, -1,0, 1, 2,…).
Er zijn ook rationale getallen, die kunnen worden uitgedrukt als een quotiënt van twee hele getallen. De verzameling Q van rationale getallen bestaat uit gehele getallen en fractionele getallen (in breukvorm). De irrationele getallen zijn getallen met een oneindig aantal decimalen (3,5, 60,2,…).
De reële getallen, omhul alle eerder beschreven getallen. Ze beslaan de echte lijn en elk punt erop is een reëel getal. De werkelijke cijfers zijn niet zo gerangschikt dat ze een voor een kunnen worden besteld; dat wil zeggen, er is geen "volgende" van een rationaal getal, aangezien er tussen twee willekeurige rationale getallen andere oneindigheden zijn.
Ten slotte hebben we denkbeeldige getallen, die worden geproduceerd door de vierkantswortel van een negatief getal te extraheren. En de complexe getallen, die zijn opgebouwd uit alle reële getallen en alle imaginaire getallen.
Op het gebied van grammatica is een getal een grammaticale categorie die de uniciteit en meervoudigheid van een woord uitdrukt. Binnen het nummer wordt het enkelvoud onderscheiden, dat een enkel wezen of object aanduidt, en het meervoud, dat meer dan één of een reeks aangeeft.