Binnen het christendom is het nestorianisme een leerstelling waarin wordt bevestigd dat Jezus Christus een wezen vormt met twee totaal verschillende naturen: die van mens zijn en die van goddelijk zijn. Anderen geven er de voorkeur aan het te definiëren als Jezus Christus die zijn wezen in twee verschillende personen verdeelt, degene die werd geboren uit de Maagd Maria en degene die door God zelf werd gevormd. Deze interpretatie is in tegenstelling tot de interpretatie die als traditioneel wordt beschouwd, waarin de zogenaamde Messias wordt gezien als een enkel wezen, die zijn sterfelijke toestand in evenwicht brengt met de goddelijke krachten die hem werden verleend. Deze lof komt van het Griekse "δύςφύσις", "dys" (twee) en "physis" (natuur), met verwijzing naar de concepten die het voorstelt.
Tussen de III, IV en V eeuw, in de wetenschap die bekend staat als Christologie, waar de goddelijke en menselijke aard van Jezus wordt bestudeerd, wordt er, naast zijn deelname aan bijbelse gebeurtenissen, een debat geopend over de vraag of hij een natuur bezit. uniek of, nou ja, als het een wezen is dat op aarde gemobiliseerd is, sterfelijk en een godheid is. Dit vond zijn oorsprong in de interpretatie die werd geboden door de monnik Nestorio, een inwoner van Alexandrië, die op een bepaald moment werd aangesteld als bisschop van de stad. In wezen verklaarden de religieuzen dat Jezus gewoon een man was waarin God was komen wonen.
Het geschil werd definitief beslecht met het Concilie van Efeze, waar het debat draaide om de titel die de Maagd Maria officieel zou moeten ontvangen, zijnde de Moeder van Jezus of de Moeder van God. Zo zou de aard van Jezus volledig worden gedefinieerd. "Maria, de moeder van God", werd uiteindelijk beslist als het meest consistent met de traditionele interpretatie van de heilige geschriften. De Nestorianen, van hun kant, werden veroordeeld als ketters.