Objectiviteit is een term die wordt gebruikt om te verwijzen naar de kwaliteit van een object, dat wil zeggen, het geven van een opmerking die op zichzelf onderhevig is aan het object of onderwerp dat wordt besproken, ongeacht de gevoeligheid of affiniteit van de persoon die commentaar geeft, Dit zou beperkt moeten blijven tot alleen het aangeven van de waarneembare kenmerken die het object heeft; Volgens deze beschrijving is objectiviteit niets meer dan de mate waarin een subject zijn standpunt over iets of iemand kan geven, los van de gevoelens die hij heeft, dit wordt zeer toegepast in beroepen waar sprake is van een Ik werk heel nauw met het publiek, zoals: geneeskunde of psychologie.
Afhankelijk van het bestudeerde onderwerp of object, kan objectiviteit verschillende soorten ervan worden beschreven:
- Ontologisch: het wordt gekenmerkt door wat de juiste kwaliteit is van een object, dat wil zeggen, waaruit dat geanalyseerde object bestaat; wat moet worden begrepen als wat werkelijk inhoudt wat wordt bestudeerd, waarbij de cognitieve kant wordt gescheiden van het subject dat de analyse uitvoert. Dat wil zeggen, het zal het object op een "echte" manier beschrijven, totaal in strijd met wat de fictieve verschijning of de illusie die door de waarnemer kan worden vastgelegd kan beperken, aangezien het dan een puur mentale studie is waarbij het spirituele buiten beschouwing wordt gelaten.
- Epistemisch: deze beschrijving hangt rechtstreeks af van de conceptualisering die het object heeft, deze betekenis wordt algemeen toegepast op het gebied van de wetenschap; Epistemische objectiviteit moet echter niet worden behandeld als een synoniem voor de waarheid met betrekking tot de geformuleerde hypothese, maar eerder als een vertrouwen dat wordt ingenomen door de kennis die ze in zichzelf bezitten, om een theorie als geldig te beschouwen zonder de bedoeling te bestaan. fouten in wat er werd gezegd.
- Ethisch: dit type objectiviteit is direct verbonden met morele en epistemische waarden, het is gevormd uit neutrale, onpartijdige en natuurlijk totaal onpersoonlijke theorieën; een afstand tot het individu wordt gecreëerd om de subjectieve kijk op de situatie volledig uit te sluiten (bijvoorbeeld: een moeder kan haar kind in geen enkele academische setting lesgeven).