Het werk van de kunst is het resultaat van het werk en de creativiteit van kunstenaars. Het zijn bijvoorbeeld kunstwerken, een muzikale compositie, een toneelstuk, een schilderij, een poëzie, een sculptuur, enz. Kunstwerken zijn altijd concreties van alle kennis die de kunstenaar over zijn tijd heeft.
Een kunstwerk is dus een product dat een verstandig idee of uitdrukking overbrengt. Het gaat om de creatie die de bedoeling van een kunstenaar uitdrukt.
Artistieke prestaties worden altijd gekenmerkt door persoonlijke stijl en tonen de artistieke evolutie van hun makers. Door de grondige studie van kunstwerken kunnen critici en theoretici de verschillende evolutionaire momenten en plotselinge veranderingen in de stijl van kunstenaars bepalen.
In specifieke zin wordt het kunstwerk gezien als de creatie van een kunstenaar, maar kunst gaat verder dan en vooral kunst die plaats en tijd overstijgt. In de universele geschiedenis wordt opgemerkt dat kunstwerken bepaalde eigenschappen bezitten die ze als kunst definiëren en die ze onderscheiden van andere creatieve uitingen zoals design, ambachten of decoratieve kunsten.
Sinds de oorsprong van de mensheid drukt de mens op een natuurlijke manier uit en relateert hij zich aan anderen met behulp van zijn vijf zintuigen, met behulp van communicatiemiddelen en verschillende media waar kunst aanwezig is geweest. In feite zien we in de geschiedenis dat kunst vóór het alfabet ontstond en is geschreven als een communicatiemiddel, getuigen hiervan zijn de grotschilderingen die in de grotten van Chauvet, Altamira of Lascaux zijn gevonden; Door de eeuwen heen heeft kunst zich gemanifesteerd in verschillende uitingen zoals architectuur, muziek, literatuur, film, beeldende en audiovisuele kunsten.
Artistieke activiteit wordt gematerialiseerd door kunstwerken en voldoet daarin aan alle vereisten van artistieke conceptie: metaforische verbeelding, trouw aan het esthetische ideaal, waarheid in de weergave van de werkelijkheid door generalisatie en typering, en de overeenkomst tussen vorm en artistieke inhoud.
Bepalen of een object al dan niet een kunstwerk is, is een probleem dat fundamenteel afhangt van het vaststellen van criteria voor universele geldigheid en dat is gebaseerd op een esthetisch oordeel. In de loop van de tijd is het catalogiseren van menselijke producties als kunstwerken gedegradeerd tot kunstcritici, curatoren en academische kringen.
In de 20e eeuw waren er kunstenaars die in opstand kwamen tegen de kunst en haar eigenaardige manie voor meesterwerken van universele kunst. Deze kunstenaars zochten provocatie en maakten hun gedrag onderdeel van het artistieke feit en natuurlijk van het kunstwerk. Bewegingen zoals het dadaïsme, popart en conceptuele kunst beoordeelden de esthetiek en het nut van objecten, kunst en de hele menselijke schepping in het algemeen.