Volgens zijn etymologie komt het woord aanbod van het Latijnse "offerre" wat betekent (dingen die worden aangeboden). Deze term wordt in de economische context vaak gebruikt om de hoeveelheid goederen of diensten te definiëren die fabrikanten bereid zijn te verkopen, binnen bepaalde marktvoorwaarden. Wanneer de omstandigheden worden gekenmerkt door prijs, dan wordt de aanbodcurve gevormd, die bestaat uit de unie van marktprijzen en aanbod. De wet van vraag bepaalt dat hoe hoger de prijs van een product, hoe hoger het aanbod.
Binnen de economische markt zijn er twee fundamentele elementen die de markt ondersteunen, namelijk vraag en aanbod. De relatie van een product met zijn verkoop, binnen een markt van perfecte concurrentie, zal ertoe leiden dat de marktprijs een evenwichtspunt bereikt, waar een marktuitputting zal worden gegenereerd, dat wil zeggen dat alle producten zullen worden verkocht en aan de vraag zal worden voldaan. Het principe van vraag en aanbod impliceert drie wetten: 1) met een vaste prijs, de vraag overtreft het aanbod, waardoor de prijs stijgt en vice versa, wanneer het aanbod groter is dan de vraag, daalt de prijs. 2) een prijsstijging verlaagt de vraag en vergroot het aanbod of vice versa, een prijsdaling doet de vraag toenemen en het aanbod afnemen. 3) De prijs bevindt zich op het niveau waar de vraag het aanbod in evenwicht houdt.
De aanbodcurve toont ons de relatie die er bestaat tussen de prijs van een product en het aangeboden aandeel, de helling van de curve geeft de manier weer waarop het aanbod toeneemt en afneemt bij een prijsdaling of -stijging.
Binnen de markteconomie zijn er verschillende soorten aanbod, waaronder: Concurrerend aanbod, is een aanbod waarbij degenen die een goed of een dienst produceren en op de markt brengen zich in vrije concurrentie bevinden. Oligopolistisch aanbod, met het kenmerk dat de markt wordt gedomineerd door een paar producenten en dienstverleners, en zij die het aanbod en de prijzen bepalen, dit gebeurt door de meeste inputs voor hun activiteit te behouden.
Monopolievoorziening is er een waarbij één enkele producent degene is die de markt domineert en degene is die de prijs en hoeveelheid bepaalt.
Het aanbod wordt beïnvloed door de volgende elementen: de prijs van het goed op de markt, de kosten van de verplichte factoren voor dergelijke productie, concurrentie, technologie en overheidsvoorschriften.