Het woord office komt van het Latijnse ‘officina’. Het kantoor is een werkkamer waar er veel soorten distributie zijn in termen van ruimte, en dit worden kantoren genoemd, die variëren naargelang de activiteit van elke werknemer, elk van hen zal zijn eigen werkplek hebben.
In de kantoren is er meestal een directeur, manager en soms zelfs de eigenaar van het bedrijf zelf, de kantoren worden gedeeld door meerdere mensen als het een grote ruimte is, heeft elke werknemer een ruimte, maar als het bedrijf of de organisatie van klein, zullen arbeiders grote tafels moeten delen en als een team moeten werken.
Elk van de kantoororganisaties heeft zijn voor- en nadelen, want wanneer elke werknemer zijn ruimte heeft, verbetert de kwaliteit, motivatie en productiviteit. Daarnaast worden gesprekken tussen medewerkers vermeden en dat voorkomt tijdverlies.
Wat het negatieve betreft: wanneer de werknemer geïsoleerd is, is de kans groter dat hij sneller afgeleid wordt en in plaats van te werken, besteedt hij tijd aan het surfen op internet of aan andere activiteiten die te maken hebben met vrije tijd.
Aan de andere kant, in de kleinere kantoren is er minder ruimte tussen de werknemers en is er een zeer gelukkige en lawaaierige omgeving die wordt geproduceerd door de activiteit van de werknemers, daarom is er minder concentratie, maar toch kunnen de managers de werknemers met meer gemak zonder de noodzaak om ze van de ene plaats naar de andere te verplaatsen.
Er zijn ook kantoorgebouwen die lijken op winkelcentra met afdelingen die door elk van de werknemers worden gebruikt.