Op het gebied van religie is het offer het goede, of het nu gaat om brood, wijn, geld of edelstenen, dat aan een godheid of heilige van de leer wordt gegeven om gunsten te vragen of, nou ja, om te voldoen aan een langverwachte verplichting. Dit is ook het geldbedrag dat wordt gegeven aan de priesters die hun eerste mis opdragen, vooral als ze geen middelen hebben. Aanbiedingen zijn soms eenvoudige geschenken, gemaakt in dankbaarheid of liefde voor een ander persoon. Dit woord komt van het Latijnse "offerendus", wat vertaald kan worden als "aangeboden worden".
De offers, volgens de gevonden archeologische stukken, zijn objecten die al gebruikelijk waren in het neolithicum. Over het algemeen waren het artefacten gemaakt van stenen en metalen, met bijlen en ander scherp gereedschap. Deze werden begraven of in elk water gegooid, omdat ze erg waardevol waren en de boosdoeners konden stelen en verkopen. Op dezelfde manier, tegen de middeleeuwen, was het gebruikelijk dat votiefkronen, gemaakt met metalen en edelstenen, votiefkruisen, verborgen in de kronen en votiefkelken, grote en mooie gouden vaten in de vorm van een kelk werden aangeboden aan christelijke godheden, vooral door koningen en mensen met grote invloed.
In het oude Egypte werd de reeks geschenken die aan overleden mensen werden gegeven een offerformule genoemd. Hierdoor konden mensen die niet meer aanwezig waren deelnemen aan de offergaven van de koning.