Het woord verordening wordt gedefinieerd als een regel of wet die is vastgesteld in een organisatie of gemeenschap voor de regulering en controle ervan, zodra deze is goedgekeurd of voorzien door een hogere autoriteit. De hoogste autoriteit, doorgaans een wetgeving of een andere overheidsinstantie, bepaalt de mate van controle die de verordeningen kunnen uitoefenen, zodat vervolgens kan worden bevestigd dat de verordeningen ondergeschikt zijn aan de wet. De verordeningen kunnen worden vastgesteld door rechtspersonen, een buurtvereniging en, afhankelijk van het rechtsgebied, de gemeente.
Gemeentelijke verordeningen zijn regelgevende openbare wetten in een bepaald gebied. De organieke wet van de gemeentelijke openbare macht van Venezuela definieert in artikel 54 de verordeningen als: "de handelingen die zijn goedgekeurd door de gemeenteraad om normen vast te stellen met het karakter van gemeentelijk recht, van algemene toepassing op specifieke aangelegenheden van lokaal belang" ; dit soort verordeningen wordt uitgevaardigd door de hoogste gemeentelijke autoriteit, dat wil zeggen de burgemeester, en is op zijn beurt alleen geldig binnen het grondgebied dat de gemeente omvat, zonder enige geldigheid buiten haar grenzen.
Er zijn ook verordeningen van militaire aard, deze zijn rechtstreeks uitgevaardigd door een entiteit of militaire autoriteit die verantwoordelijk is voor het reguleren van het regime van zijn troepen. Daarnaast zijn er de zogenaamde provinciale verordeningen. In tegenstelling tot gemeentelijke verordeningen zijn deze regionaal van aard en worden ze afgekondigd door het hoofd van de territoriale regering, dat wil zeggen de gouverneur van de staat. Onder de zaken waarmee bij de verordeningen rekening moet worden gehouden, valt onder meer het behoorlijke onderhoud van de stad, zoals: identificatie en signalering van stadswegen, schoonmaak, openbaar of collectief vervoer.
Door middel van verordeningen is er dus een lokale orde die rechtstreeks verantwoordelijk is voor het reguleren van deze aspecten en op zijn beurt sancties en boetes oplegt aan die burgers die zich er niet aan houden. Het is van vitaal belang erop te wijzen dat de verordeningen, aangezien het wetten zijn die in de meeste gevallen door gemeentelijke of regionale overheden zijn uitgevaardigd, altijd in volledige overeenstemming moeten zijn met de artikelen die in de Magna Carta van de natie staan. Met andere woorden, verordeningen kunnen nooit de grondwet opheffen of de rechten van burgers of de staat zelf schenden.