Parmenides van Elea behoort tot de groep van pre-socratische filosofen. Er zijn niet veel details over het leven van deze filosoof. Men schat dat hij werd geboren in Elea, een Griekse stad in Zuid-Italië; in het jaar 540 voor Christus. Een van de belangrijkste filosofische scholen van het oude Griekenland zal ontstaan: de Eleatische School. Traditioneel wordt de creatie toegeschreven aan Xenophanes of Colophon, maar sommigen suggereren dat Parmenides mogelijk de oprichter was.
Een belangrijk aspect van de theorie van Parmenides is dat ze voortkomt uit de analyse van de betekenis en betekenis van bepaalde logisch gerelateerde concepten. Aangezien zijn theorie het gevolg is van rationeel denken, kan ze worden bewezen door iedereen die een dergelijke redenering toepast. Dit is relevant omdat hoewel de vorige pre-socraten (Thales, Anaximander, Anaximenes, Pythagoras, Heraclitus…) een rationele procedure volgden, hun conclusies op ervaring waren gebaseerd. Parmenides daarentegen stelt vast dat de zintuiglijke wereld "pure illusie" is, dat de zintuigen ons bedriegen, en dat het alleen door (logisch) redeneren en niet door ervaring mogelijk is om tot de waarheid van de dingen te komen.
Voor Parmenides is er een identiteit tussen zijn en denken, omdat er naast het zijn geen autonome kennis bestaat. Zijn is en het is niet mogelijk dat het ophoudt te bestaan. Zijn wordt gedefinieerd als de oppositie tegen 'niet zijn'
Zijn leringen zijn getranscendeerd volgens enkele fragmenten die overleefden van zijn enige werk, een episch gedicht in verzen getiteld "On Nature", die werden gered en samengesteld uit de geschriften die werden gevonden van de werken van sommige filosofen uit die tijd.
In dit gedicht, na een proemio religieuze, waarin de auteur maakt een reeks aanroepen om de gunst van een niet-geïdentificeerde godin te verkrijgen in het oog te zijn in staat om toegang tot ware kennis, Parmenides verklaart zijn doctrine: de bevestiging van het bestaan en de afwijzing van worden, van verandering. Zijn is één, en de bevestiging van veelheid die inhoudt dat je jezelf wordt en jezelf wordt, is niets meer dan louter illusies.
Het gedicht legt zijn leerstelling bloot van de erkenning van twee manieren om toegang te krijgen tot kennis: de weg van de waarheid en de weg van de mening. Alleen de eerste ervan zal een begaanbare weg zijn, de tweede het voorwerp van voortdurende tegenstrijdigheden en de schijn van kennis.
Er wordt aangenomen dat Parmenides behoorde tot een adellijke familie met een goede reputatie en dat hij deelnam aan de organisatie en het bestuur van hun stad, ook als jurist.