Het ouderlijk gezag wordt in de juridische context gedefinieerd als het geheel van rechten en plichten dat de wetgeving toekent aan ouders, over hun minderjarige kinderen die niet geëmancipeerd zijn of een handicap hebben. Het belangrijkste doel is om het onderhoud en de opvoeding van kinderen te beschermen. De oorsprong van de term stuurt ons naar het Romeinse recht, aangezien dit woord in die tijd begon te worden gebruikt. In die tijd werd ouderlijk gezag opgevat als de macht die aan de vader werd verleend, in het bijzonder van het gezin en de kinderen die aan hem onderworpen waren en die hij moest beschermen. In het oude Rome was deze macht over kinderen absoluut en voor onbepaalde tijd de vader.
Momenteel wordt het ouderlijk gezag uitgeoefend door de vader en de moeder, en hebben beide gelijke rechten voor die prestatie, hoewel dit niet betekent dat ze het altijd samen moeten uitoefenen, want als een van de twee ontbreekt, is degene die overblijft dat wel. gekwalificeerd om ouderlijk gezag te hebben. Het is belangrijk om te benadrukken dat dit recht niet voortkomt uit het huwelijk, maar is gebaseerd op natuurlijke ouder-kindrelaties, ongeacht of ze binnen of buiten het huwelijk zijn geboren.
De personen die bevoegd zijn om het ouderlijk gezag te hebben, zijn de vader en de moeder, en bij afwezigheid van beide, de grootouders, in de door de wet vastgestelde volgorde of de familierechter. In het geval van kinderen buiten het huwelijk geboren, ouderlijk gezag komt overeen met degene die het kind in de eerste plaats herkent, als om welke reden dan ook een geschil ontstaat tussen de ouders, de familie rechter zal worden belast met het oplossen van wat het meest geschikt voor de minder.
Het ouderlijk gezag eindigt wanneer: de persoon die het uitoefent, overlijdt, als er geen andere persoon is op wie het valt; met de emancipatie of wanneer de kinderen meerderjarig worden.
Door wetgeving kan het ouderlijk gezag worden ingetrokken wanneer: de minderjarigen in de staat van achterlating verkeren; als ze het slachtoffer zijn van lichamelijk misbruik door hun ouders, als de gezondheid, moraliteit of veiligheid van hun kinderen in gevaar is.