Het eerste waarmee rekening moet worden gehouden, voordat een concreet concept wordt gegeven van wat wetenschappelijk denken is, is de betekenis van de term gedachte. Welnu, het denken vertegenwoordigt het vermogen van het menselijk brein om specifieke of onnauwkeurige ideeën te creëren, die vervolgens via informatie op andere denkstructuren kunnen worden overgedragen.
In die zin kunnen twee soorten gedachten worden bepaald: een die de fundamentele en onmisbare gedachte is die elk individu moet hebben om in een sociale omgeving te leven; Het is de plicht om ideeën over wederkerigheid te bedenken en deze naar andere mensen uit te zenden om in deze omgeving te kunnen overleven.
De andere gedachte is de wetenschappelijke, die ondersteunt en stimuleert de ontwikkeling van alle technologische kennis en theorieën die de wereld vanuit een rationeel perspectief beschrijven. Men kan dus zeggen dat alle wetenschappelijke gedachten worden gekenmerkt door de volgende elementen:
- Rationaliteit: omdat het voortkomt uit wetten en wetenschappelijk redeneren. Het is bekend dat de rede de basis van iets is.
- De systematiek: aangezien kennis niet alleen of geïsoleerd is, maar eerder geordend en hiërarchisch. Wetenschappelijke gedachten kunnen niet geïsoleerd en ongeordend worden. Ze moeten altijd verenigd en aan elkaar gerelateerd zijn.
- Objectiviteit: neigt naar de feiten van kennis, zoals ze in werkelijkheid zijn, zonder enige aannames. Alleen de feiten zullen als leidraad dienen voor elk wetenschappelijk onderzoek. Het mengen van subjectieve elementen, zoals gevoelens of instincten, is verboden. Zowel de onderzoeker als degene die het onderzoek gaat evalueren, moeten buiten elke wetenschappelijke context staan.
Wetenschappelijk denken moet op zijn beurt ook zijn:
- Feitelijk, dat wil zeggen, het moet uitgaan van feiten die zich werkelijk voordoen.
- Transcendent, hoewel het waar is dat deze gedachte uitgaat van echte feiten, is het ook waar dat het niet bij hen blijft, aangezien de wetenschapper de neiging heeft verder te gaan dan deze feiten.
- Elk wetenschappelijk concept moet duidelijk en precies worden gedefinieerd met volledige duidelijkheid en precisie.
- Deze gedachte is overdraagbaar en is niet gericht tot een specifiek aantal mensen, maar wordt aangeboden aan alle mogelijke culturen die haar kunnen begrijpen.
- Controleerbaar, alles wat voortkomt uit wetenschappelijk denken moet worden ervaren, dat wil zeggen, het moet worden getest.