Het gemeenschapsdenken is er een dat zijn belangstelling richt op samenlevingen of gemeenschappen, in plaats van op het individu. De meest trouwe vertegenwoordiger was de politieke filosoof, van Amerikaanse afkomst Michael Walzer. Deze filosoof verhief gerechtigheid, als een werk van de mens, waar de fundamenten die het ondersteunen, divers in hun vorm, vormen wat anders is, door eigendom als gemeenschappelijk eigendom te beschouwen.
In die zin werd het gemeenschapsconcept geboren als een gedachte die in strijd is met liberalisme, aangezien wordt aangenomen dat alles wat essentieel is voor ethiek voortkomt uit gemeenschapswaarden, sociale doelen, solidariteit, het algemeen welzijn en hoger. allemaal vanuit onderlinge samenwerking.
Het gemeenschapsdenken mediteert over de basisnormen die het welzijn van de hele samenleving moeten beheersen. De band die er bestaat tussen individualisme en de gemeenschap is stevig, daarom is het belangrijk om niet alleen na te denken over de persoonlijke belangen van elke persoon, maar ook over de belangen die binnen een samenleving worden verdeeld.
Voorstanders van deze gedachte zijn van mening dat gemeenschappen niet voldoende belang krijgen bij liberale opvattingen over rechtvaardigheid, waardoor de kansen dat burgers kunnen deelnemen aan openbare debatten in gevaar worden gebracht.
Er is een soort communitarisme dat verschilt van het filosofische, en het is ook het ideologische. Dit geeft belang aan het recht van de meerderheid bij het nemen van beslissingen die de minderheid kunnen bevoordelen of schaden. Dit soort gemeenschapsdenken wordt gezien als links in schijn economisch en als rechts in het aspect sociaal.