Pigment is een kleuren kwestie, dat wil zeggen, de belangrijkste functie is het geven van kleur om iets. Deze kleurstof kan een natuurlijke oorsprong hebben of een kunstmatig defect. Sinds de oudheid heeft de mens ze gebruikt voor hun aanwezigheid in de natuurlijke omgeving, maar later begon hij ze op grote schaal industrieel te produceren.
Op technisch niveau van het kleurgebruik, om de stof aan te duiden die wordt gebruikt om een schilderij of enig ander materiaal te kleuren, en het andere gebruik wordt gegeven in de context van de biologie, om min of meer hetzelfde aan te duiden, maar in dit geval de bijdrage. De tonaliteit van het pigment wordt uitgevoerd in de cellen, waardoor fundamentele fysieke vragen worden gedefinieerd, zoals de kleur van de ogen, het haar en de huid van een individu.
De materialen die mensen hebben gekozen en geproduceerd om als pigmenten te worden gebruikt, hebben over het algemeen speciale eigenschappen waardoor ze ideaal zijn voor het kleuren van andere materialen.
Dankzij pigmenten is het mogelijk om bijvoorbeeld voeding, kleding en cosmetica een bepaalde kleur te geven. Over het algemeen worden poederpigmenten gebruikt die worden toegevoegd aan een kleurloos of zeer zwak materiaal. Er zijn pigmenten die fungeren als permanente kleurstoffen en andere die na verloop van tijd stoppen met het kleuren van de betreffende stof.
Hoewel ze vaak als synoniemen worden gebruikt, is het mogelijk om onderscheid te maken tussen pigmenten en kleurstoffen. Hoewel deze vloeibaar zijn en een oplossing mogelijk maken, zijn pigmenten meestal vaste stoffen die een suspensie vormen.
Heel belangrijk zijn de zogenaamde plantaardige pigmenten. Dit zijn de stoffen die in planten voorkomen en die vorm geven aan complexe structuren. In het bijzonder behoren tot de bekendste chlorofyl, anthocyanen, flavonoïden en caroteen.
Misschien wel de bekendste is chlorofyl, dat een fundamenteel onderdeel wordt van de zogenaamde fotosynthese. En het is verantwoordelijk voor het absorberen van wat daglicht is om vast te stellen en vast te stellen wat kooldioxide uit de lucht is.
Op het gebied van de biologie, is de stof die bijdraagt aan de tonaliteit van cellen bekend als pigment. Deze pigmenten, die kunnen oplossen of als korrels kunnen werken, bepalen de toon van haar, ogen en huid, naast andere delen van het lichaam. Tot de belangrijkste biologische pigmenten behoren chlorofyl (dat planten de karakteristieke groene kleur geeft) en melanine.