Een planisfeer is een schaalweergave van een wereldkaart of wereldkaart zoals die ook wel wordt genoemd. Deze grafiek toont alle elementen die in de bolvormige kaart van de aarde worden beschouwd, maar gerangschikt in een tweedimensionaal vlak waarin de metingen en verdelingen de meridianen en isobaire lijnen zijn. De planisferen zijn ontworpen en aangepast aan de schaal die vereist is door deskundige cartografen die allerlei kaarten maken waarin gegevens worden geleegd.
De planisferen kunnen geografische, demografische, politieke en territoriale, geologische informatie weergeven (wijzend op rivieren, bergen, woestijnen en meer) rekening houdend met relevante historische criteria voor degenen die daarom vragen. Er zijn planisferen die de grenzen van de landen niet laten zien, maar ze laten wel het type bodem of klimaat per regio zien, deze planisferen worden gebruikt voor gevallen waarin veranderingen in klimaat of plaatbewegingen de stabiliteit van planeet aarde in gevaar brengen.
De eerste aardse planisferen waren gerelateerd aan de Babylonische cultuur, die teruggaat tot 2500 voor Christus, terwijl de Grieken de hemelse planisferen in de 5e eeuw voor Christus beschouwden, tegenwoordig is de meest populaire planisfeer van de wereldkaart de Mercatorprojectie.
De hemelse of hemelse planisfeer is een tweedimensionale kaart of kaart die de sterren en planeten laat zien met als as of referentiepunt één kant van de aarde om ze aan de hemel te lokaliseren. De hemelse planisfeer heeft, in tegenstelling tot de aardse, de vorm van een schijf en bestaat uit twee daarvan die bewegen op een cilindrisch of puntig uiteinde van een stuk dat een draaipunt wordt genoemd.
Door de schijven te draaien kun je de tijden en dagen uitlijnen zodat je weet welk punt er aan de hemel wordt waargenomen, het is belangrijk om te weten wat zomertijd is. De astronomen die de sterren bestuderen met behulp van twee projectiemethoden: de eerste is de azimutale equidistante polaire projectie, bestaande uit een tekening in het midden van een van de hemelpolen, met cirkels van gelijke declinatie die op gelijke afstand van elkaar lijken en polen) en de stereografische projectie waarin de afstanden tussen de declinatiecirkels worden vergroot terwijl het formaat van de sterrenbeelden ongewijzigd blijft.