Meerwaarden is een term die wordt gebruikt om te verwijzen naar de waardestijging die een onroerend goed heeft ervaren als gevolg van externe oorzaken. Een voorbeeld zou de grootmoeder 's huis getroffen door een meerwaarde als de wijk waarin het is uitgegroeid tot een van de grootste punt gastronomische de stad.
Karl Marx ontwikkelde dit concept tussen 1818 en 1883 en illustreert het op de volgende manier: een werknemer verricht een activiteit in een bedrijf waarvoor hij een salaris ontvangt, maar deze activiteit levert geld op dat ver boven wat hij verdient. Deze waarde die niet wordt betaald aan de werknemer blijft in handen van de werkgever, wie is de persoon die daadwerkelijk de meerwaarde ziet.
Om deze term een beetje te begrijpen, is het de moeite waard erop te wijzen dat elk product dat op de markt wordt uitgebracht een prijs heeft die verband houdt met het werk dat nodig is om het te produceren. Volgens het marxisme wordt arbeidskracht ook als handelswaar beschouwd.
De meerwaarde in het kapitalisme is synoniem met uitbuiting van de beroepsbevolking. Voor Marx kan de baas zijn winst op twee manieren verhogen: de ene is de absolute meerwaarde door de werkdag te verlengen en de andere is de relatieve meerwaarde door de betaling aan de beroepsbevolking te verlagen.
Marx zag de meerwaarde als volgt: als een arbeider zijn dag in een tijd van vier uur per dag werkt om aan zijn behoeften en die van zijn familieleden te voldoen, maar de werkgever hem acht uur laat werken, dan zijn er vier uur die meerwaarde zijn voor de werkgever, die degene is die het in die resterende uren geproduceerde geld overneemt en zo zijn kapitaal verhoogt.