Het heet Post Boom of Post Boom, het literaire fenomeen dat zich ontwikkelde in Latijns-Amerika in de jaren 70 en 80 van de 20e eeuw. Het wordt vaak aangehaald als reactie op de heersende hausse in de jaren zestig, waar grote literaire auteurs, zoals Gabriel García Márquez, Mario Vargas Llosa en Julio Cortázar, naam maakten in Europa; de nieuwe vormen van literatuur, met uitgesproken surrealisme en een gretigheid om de mens te beschrijvenexistentialistisch, waren de belangrijkste kenmerken van deze beweging. Op deze manier geven auteurs van na de hausse de voorkeur aan historisch verhaal en de opname van de harde realiteit in hun geschriften, vergezeld van een veel eenvoudigere en populairdere schrijfstijl; daarnaast worden elementen uit het dagelijks leven toegevoegd, zoals popcultuur, massamedia en jeugd.
Het wordt ook wel de "nieuwe generatie" genoemd, als onderdeel van een initiatief van sommige auteurs om de term Angelsaksisch niet te gebruiken. Sommige auteurs maken geen onderscheid tussen postmodernisme en postboom; de eerste is echter de directe reactie op de thema's en stijl die in het modernisme worden voorgesteld. De schrijvers van die tijd werden "cervantisten" en "hyperrealisten" genoemd. Enkele van de meest prominente zijn: Alfredo Bryce Echenique, Manuel Puig, Antonio Skármeta en Reynaldo Arenas.
In de stijl van de nieuwste werken is er een belangrijke verandering met betrekking tot de populaire cultuur en een succesvolle inval in het historische verhaal. De politieke en sociale situatie wordt veel eenvoudiger behandeld; de auteurs vertellen over ervaringen van ballingen en wrijving met de typische dictaturen van die tijd. Bovendien winnen de figuren uit de vrouwelijke literatuur aan kracht, wat er later toe leidt dat seksualiteit explicieter met elkaar in verband wordt gebracht, maar zonder de subtiliteit en erotische toets te verliezen.