Het woord privilege wordt gebruikt om een bepaald recht of voordeel te definiëren dat sommigen ten opzichte van anderen hebben; Er zijn privileges die volkomen legaal zijn en die de samenleving accepteert, maar in de meeste gevallen kan het privilege het product zijn van onregelmatigheden tussen degenen die een specifieke samenleving vormen. De waarheid is dat een voorrecht geeft wie heeft het een bepaald voordeel ten opzichte van andere mensen, omdat dit betekent genieten van een speciale behandeling.
Dit concept wordt sterk geassocieerd met een specifieke sociale groep die voordelen en voordelen ondersteunt, boven andere mensen; situatie die duidelijk het criterium van gelijkheid voor de wetten weerlegt.
Zoals bekend zijn er door de geschiedenis van de mensheid in de sociale sfeer altijd de geprivilegieerde sectoren geweest. In het oude Griekenland konden bijvoorbeeld alleen mannen als burgers worden beschouwd. In Rome was er een sociale klasse genaamd “de patriciërs”, deze werden zogenaamd beschouwd als de afstammelingen van de eerste kolonisten van de stad en hadden daardoor het recht op speciale privileges, zowel in de privé als in de publieke sfeer.
Aan de andere kant kan worden gezegd dat de bevoorrechte klassen degenen zijn die de hogere klasse vormen, dat wil zeggen degenen die over voldoende economische middelen beschikken om macht en voordelen te bezitten; ze hebben toegang tot alle diensten en wonen in mooie en comfortabele huizen, enz.
Op gerechtelijk gebied kan een privilege een speciale concessie zijn die door de autoriteiten wordt verleend. Een gedetineerde die zich goed gedraagt, kan bijvoorbeeld worden bevoorrecht door een rechter, om zijn jarenlange opsluiting te ondermijnen en tijd uit de gevangenis te controleren