De term prozaïsch komt van het late Latijnse " prosaĭcus " en werd gebruikt om te verwijzen naar iets dat verwant is of toebehoort aan proza, of dat het bevatte.
Vanuit dit punt van mening, kan het concept worden gerelateerd aan praktische, pragmatisme of bruikbaarheid en geassocieerd worden met een hoge, abstract of symbolisch conclusie ontbreekt.
Iets prosáico impliceert kenmerken van proza te hebben of dat er op een bepaalde manier in meer of mindere mate toe behoort. Proza schrijven wordt bijvoorbeeld prozaisch schrijven.
Op deze manier kan het etymologische concept van dit woord worden beschouwd als het verwant of behorende tot het proza of dat het bevat.
In het oude Rome waren dichters zeer rigoureus in poëtische constructie: ze gebruikten rijm, een bepaald aantal lettergrepen voor elk vers en bepaalde verzen voor elk gedicht. Maar dit werd gewijzigd door een nieuwe poëzie in de vorm van proza, op deze manier werd het prozaïsch genoemd in de zin van laag, grof en vulgair.
In omgangstaal wordt begrepen dat iemand prozaïsche taal gebruikt om de wereld en de gebeurtenissen op een rationele manier te beschrijven. Als je bijvoorbeeld liefde wilt definiëren en wilt praten over chemische reacties en biologie, dan ontwikkel je een prozaïsche definitie. Als, in plaats daarvan, het is gebaseerd op de fusie van zielen en ontwikkelt het onderwerp vanuit een abstract perspectief, zal het een poëtische taal te gebruiken.
Synoniemen van het woord prozaïsch: praktisch, pragmatisch, materieel; banaal, voetganger, middelmatig, onbeleefd, triviaal, vulgair, algemeen; vriendelijk.