Hondsdolheid is een ernstige infectieziekte, omdat het zich over de hele planeet verspreidt en het centrale zenuwstelsel van zoogdieren en mensen aantast en encefalitis veroorzaakt. Sterfte is bijna honderd procent van de gebeurtenissen die worden gediagnosticeerd.
Opgemerkt dient te worden dat hondsdolheid is de oudste ziekte van overdracht van dier op mens, wat resulteert in het feit dat vandaag de dag is het mogelijk om te voorkomen dat de vaccinatie van al die dieren waarmee we op elkaar inwerken. Het virus materialiseert zowel in het slijm als in de overmaat van de uitscheidingen van de geïnfecteerde dieren, terwijl de overdracht op de mens in feite plaatsvindt door een beet of als de persoon een snee in de huid heeft en dan komt de kiem binnen daar als je direct in contact komt met het slijm van het besmette dier.
Onder de dieren die het over het algemeen overdragen, zijn: honden, katten, vleermuizen, mangoesten, vossen, wolven, wasberen en fretten. Het gedrag van het geïnfecteerde dier is variabel, maar er vallen enkele terugkerende omstandigheden op, zoals: gewelddadig gedrag of aanval zonder reden. Het vaccin tegen hondsdolheid is de beste manier om deze gevaarlijke besmettelijke virale ziekte te voorkomen, daarom is het van vitaal belang en noodzaak dat op die plaatsen met de hoogste bevolkingsdichtheid aan honden vaccinatiecampagnes worden uitgevoerd om te voorkomen dat ze zich verspreiden.
Vleermuizen, die zelfs zeer aanwezig zijn in het wild en in de stad, kunnen hondsdolheid ontwikkelen, zoals aangegeven, maar zijn vanwege hun aard moeilijker te bestrijden. Maar het bovengenoemde is niet het enige gebruik van het woord, in de omgangstaal gebruiken mensen het vaak om de woede of belangrijke verveling uit te drukken die een persoon presenteert met betrekking tot een of ander probleem of perfect de afwijzing die een individu in ons wakker maakt. Dit gevoel begint in het woedende gedrag dat het met hondsdolheid besmette dier normaal vertoont. Boosheid is dus een buitengewoon veel voorkomende soort emotie bij mensen die zich kan uiten door fysieke tekenen die onder meer wijzen op agitatie, frons, afkeuring en geschreeuw.