Rationalisme wordt gedefinieerd als een filosofische beweging die zich tussen de zeventiende en achttiende eeuw in Europa (Frankrijk) ontwikkelde. De maker was René Descartes. Deze filosofische stroming is gebaseerd op de rede als de primaire oorzaak voor het vastleggen van kennis. Het idee van rationalisme is in strijd met empirisme, dat is gebaseerd op ervaring en praktijk. Descartes ondersteunde de theorie dat alleen de rede universele realiteiten kon onthullen, en dat dit kon gebeuren omdat deze realiteiten natuurlijk waren en niet voortkwamen uit eerdere ervaringen.
Een van de belangrijkste karakteristieke kenmerken waarmee de rationalistische benadering kan worden samengevat, is dat ze samen met empirisme dienden als basis voor de opkomst van een andere beweging die illustratie wordt genoemd, ook het mechanisme van het universum, van de creatie van doctrines zoals fatalisme, platonisme. gnoseologisch en atomisme. Evenals het gebruik van de logisch-wiskundige methode om de redenering uit te leggen.
De term rationalisme houdt vol dat de basis van kennis zich concentreert op de rede en het idee van de zintuigen weerlegt, aangezien deze tot fouten kunnen leiden. Hij verdedigt de exacte wetenschappen, bijvoorbeeld wiskunde, met behulp van de deductieve methode, als het belangrijkste mechanisme om tot echt begrip te komen.
In de ethiek is rationalisme de bewering dat morele principes natuurlijk zijn voor de mens, en dat deze principes op zichzelf onbetwistbaar zijn voor het rationele vermogen. In de filosofie van religie wordt bevestigd dat de fundamentele ideeën van religie op zichzelf natuurlijk zijn en dat openbaring niet nodig is. Deze benadering heeft ertoe geleid dat het rationalisme een antireligieuze rol heeft aangenomen.