Onderwijs wordt gedefinieerd als het proces waarin een groep individuen kennis over bepaalde onderwerpen overdraagt, waarbij ze zich kunnen laten leiden door een leider die het onderwerp dat wordt besproken correct kent. Tegenwoordig is onderwijs grotendeels op school geworteld; het kan echter overal worden verworven, een feit dat de meeste individuen op de planeet weten, maar negeren. Op dezelfde manier wordt het beschouwd als een van de oudste menselijke activiteiten, die het licht zagen toen primitieve mensen begonnen te communiceren door middel van tekens en door te geven wat ze om hen heen voelden.
Schrijven en lezen zijn de meest fundamentele fundamenten van onderwijs, omdat het, net als analyse, hulpmiddelen zijn die van groot belang zijn voor de normale ontwikkeling van een persoon, waardoor het mogelijk wordt gemaakt om, in combinatie met spraak, de wijsheid over iets te communiceren. Aangezien de takken van het onderwijs in wezen de divisies zijn waarmee het wordt geconfronteerd, namelijk: initieel onderwijs, dat zich voornamelijk richt op het onderwijzen van kinderen onder de 5 jaar; basisonderwijs, gericht op kinderen ouder dan 6 jaar, tot ongeveer 13 jaar; basisonderwijs, dat bedoeld is om jongens tussen 14 en 17 jaar oud op te leiden.
Evenzo zijn er andere takken, zoals: psychologisch onderwijs, dat verantwoordelijk is voor het begeleiden van kinderen en jongeren met betrekking tot kwesties van het dagelijks leven; speciaal onderwijs behandelt kinderen met specifieke lichamelijke of geestelijke aandoeningen; kunsteducatie is verantwoordelijk voor het vormen van de gemeenschap met verschillende soorten culturele gegevens; lichamelijke opvoeding is gericht op het trainen van het lichaam. Er is een grote verscheidenheid aan educatieve takken, maar de eerder genoemde zijn de belangrijkste of meest prominente.