Als we het hebben over objectieve realiteit, bedoelen we dat "realiteit is dat wat niet verdwijnt als men ophoudt erin te geloven". Het zou geen slecht idee zijn om even stil te staan bij wat je zojuist hebt gelezen. Objectieve realiteit is de realiteit waarnaar we zojuist hebben verwezen.
Het is dat wat bestaat, ongeacht of men erin gelooft of niet. Bijvoorbeeld, na het metrieke systeem, kunnen we zeggen zonder plaats twijfel een meet 1,80 m stang langer dan één die maatregelen 1,60 m. Dit is zo ongeacht of de waarnemer het eens of oneens is met onze verklaring. Het is echt.
Het concept van objectieve realiteit is gekoppeld aan objecten en subjecten die een fysiek (materieel) bestaan hebben, voorbij wat een subject er weet of van weet. De objectieve realiteit bestaat dus zelfs als we ons er niet van bewust zijn.
Een houten tafel die in een huis staat, heeft een echt bestaan, het behoort tot de objectieve werkelijkheid. Het maakt niet uit dat één, vijf, honderd of een miljoen mensen geen idee hebben van hun aanwezigheid daar: de tafel bestaat objectief.
Het is mogelijk om te zeggen dat de objectieve werkelijkheid zich in ruimte en tijd kan bevinden, kwantificeerbaar en meetbaar is. Deze realiteit is onafhankelijk van het individu: het is altijd hetzelfde, ongeacht wie het waarneemt.
Objectiviteit is ook een fundamentele doelstelling in het beroep van journalist wanneer de persoon die als redacteur in een gedrukt of digitaal medium werkt, neutraal moet zijn om een verhaal te vertellen met objectieve gegevens die een teken zijn van nauwgezetheid die specifieke informatie waarheidsgetrouwheid geven. Een journalist die een opiniestuk schrijft zoals de naam van deze journalistieke tekst aangeeft, geeft zijn subjectieve mening in een specifieke werkelijkheid.
Zoals een filmcriticus die je mening over een film deelt. Echter, wanneer een journalist verslag van een evenement, hij of zij zich in voor de objectiviteit die essentieel is voor informatie zonder invloed op de mening van de lezer.