De Chinese revolutie manifesteert zich, het product van een uitgebreid burgerconflict dat in 1927 in China werd gelanceerd en waaraan de zogenaamde nationalisten (onder leiding van generaal Chiang Kai-shek) en de communisten (onder leiding van Mao Zedong) deelnamen. Eindelijk de triomf van de communistische partij, die na de overwinning in 1949 de Volksrepubliek China oprichtte.
Voordat deze revolutie uitbrak, probeerde de nationale partij, die op dat moment aan de macht was, met alle middelen een natie te creëren die werd versterkt, gecentraliseerd en vooral gemilitariseerd. De vereisten van het Verdrag van Versailles, dat de macht van Japan aanvaardde op basis van China, maakte het mogelijk om een uitweg te zoeken door een overeenkomst met de Sovjet-Unie te bestuderen.
Precies aan de andere kant en altijd gericht op het Sovjet-communisme was de leider van de Chinese communistische partij Mao Zedong. Deze leider kreeg veel waardering, aangezien er in die tijd veel onvrede was onder de marginale klasse, die moest lijden onder de sociale crisis waarin ze leefden.
Na de Opiumoorlog werd China gedwongen buitenlandse handel te openen. Zoals bekend was China in die tijd een volledig agrarisch land en stond het grootste deel van zijn land onder de macht van de particuliere sector, die gestructureerd was onder een strikt feodaal regime.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam Japan China over en de twee interne krachten (nationalisten en communisten) die in conflict waren, besloten zich te verenigen om het externe gevaar te bestrijden. Het nationalistische leger was echter meer bezorgd over zijn interne strijd tegen het communisme dan over het proberen de aspiraties van Japan te verslaan. Toen deze strijd eenmaal voorbij was, ging de interne verdeeldheid door, maar deze keer met grote intensiteit, waarmee de kracht van de revolutionaire krachten werd aangetoond.
Aan het einde van al dit interne conflict dat China op dat moment doormaakte, was de communistische partij onder leiding van Mao de winnaar, dit was de eerste triomf die een afhankelijke en semi-koloniale natie had. Men kan dus zeggen dat hij al die strategie versloeg die door Mao was uitgewerkt en wiens theorie was gebaseerd op de weg van het land naar de stad, waar de boer de belangrijkste macht had en het proletariaat de leiding had. Met andere woorden, miljarden boeren en arbeiders, onder leiding van Mao, zagen de droom van nationale en vooral sociale bevrijding kristalliseren en kondigden op 1 oktober 1949 de oprichting van de Volksrepubliek China aan.