Binnen een land, het financiële of financiële systeem, en degene die verantwoordelijk is voor het beheer van de in- en uitstroom van geld, met behulp van een reeks instellingen en overheidsinstanties om dit te doen. Dit is bovendien verantwoordelijk voor het faciliteren en beveiligen van het geldverkeer en het betalingssysteem. Dit deel van de financiële sector, een tak van de economie, waarin de verschillende goederenuitwisselingen tussen individuen, bedrijven en staten worden bestudeerd, naast alle factoren die dit proces omringt; Evenzo zijn transacties (verkoop van goederen) en het beheer van geldmiddelen nauw verwant aan het systeem.
Het systeem is opgebouwd uit bepaalde elementen. Een daarvan zijn financiële activa, die waardepapieren die zijn uitgegeven door financiële instellingen voor uitgaven; Deze zijn, in tegenstelling tot echte activa, niet in staat om de rijkdom van de staat te vergroten, maar ze helpen hen wel om te groeien en dat ze vrijelijk kunnen circuleren. Deze bestaan uit drie hoofdkenmerken: liquiditeit (snelheid van verkoop op de markt), risico (het is de solvabiliteit van de persoon die het actief uitgeeft) en winstgevendheid (het belang van de persoon die nu het bezit bezit, met betrekking tot risico). De financiële markten zijn ondertussen de mechanismen waarmee financiële activa kunnen worden uitgewisseld.
Er is een reeks organisaties die belast zijn met de regulering van het financiële systeem, die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van de wetten die met betrekking tot deze sector worden opgesteld, naast bepaalde voorschriften die door de sector worden opgelegd. De tussenpersonen zijn op hun beurt degenen die verantwoordelijk zijn voor de transformatie van de activa; Ze doen dit door individuen met financiële macht in contact te brengen en bedrijven die dat nodig hebben. Zo zorgen ze ervoor dat de constante transformatie die het mechanisme kenmerkt.