Een oplosmiddel is de stof die in grotere hoeveelheden deel uitmaakt van een oplossing. De oplossing bestaat uit de combinatie en behandeling van een opgeloste stof (in een kleinere hoeveelheid, meestal vast of vloeibaar maar met een hogere concentratie) en een oplosmiddel (vloeistof met gunstige eigenschappen om die opgeloste stof correct op te lossen). De universele opgeloste stof is water, vanwege zijn neutraliteit in het proces en zijn gemakkelijke aanpassing aan de transformatie van nieuwe moleculen van andere elementen.
Het oplosmiddel is ook bekend als oplosmiddel, aangezien de opgeloste stof wanneer deze in contact komt met het oplosmiddel, dit zich door de ruimte van het oplosmiddel verspreidt en aangezien de laatste een grotere hoeveelheid heeft, omhult en voedt het de opgeloste moleculen die een verbinding vormen met gecombineerde eigenschappen van de vaste stof en de vloeistof, dit proces staat bij de bereiding van oplossingen bekend als Solvation.
Een belangrijk punt is de concentratie van de oplossing, hoewel het waar is dat het oplosmiddel wordt bepaald door de fysische toestand van de oplossing, vertegenwoordigt de hoeveelheid opgeloste stof daarom de concentratie, het domein van de verbinding waarvan wordt vastgesteld dat de lagere hoeveelheid oplosmiddel en groter dan opgeloste stof, het zal meer geconcentreerd zijn en in sommige gevallen zelfs een ander type fysieke toestand, zoals de waterige toestand, een fysieke toestand van materie halverwege tussen de vloeistof en de vaste stof.
Volgens de moleculaire samenstelling en de reactie die nodig is bij interactie met de opgeloste stof, worden de oplosmiddelen verdeeld in: polair, met een asymmetrische elektronische wolk (aantal elektronen en type), verspreid in positieve en negatieve elektronen, een voorbeeld van deze oplosmiddelen is het water. En apolair, met zijn symmetrische elektronische wolk, en met slechts één type elektronen, positief of negatief, een voorbeeld hiervan is benzeen en tolueen.
Buiten de scheikunde verwijst het woord Oplosmiddel naar wanneer een persoon vrij is van enige schuld, een solvente persoon is iemand die een eerder verworven verantwoordelijkheid heeft betaald of vervuld. Het is gebruikelijk dat een niet-solvente persoon wordt opgeroepen in een instelling als hij niet heeft voldaan aan een vereiste dat is aangevraagd.