De droom van snelle oogbewegingen (REM-slaap, REMS) is een fase- unieke slaap bij zoogdieren en vogels, te onderscheiden door willekeurige beweging / snelle ogen, vergezeld van een lage spierspanning door het hele lichaam en de neiging van de slaper om te dromen levendig.
De REM-fase is ook bekend als paradoxale slaap (PS), waarbij de slaap soms niet synchroon loopt vanwege de fysiologische overeenkomsten die het heeft met de waaktoestanden, waaronder snelle, gedesynchroniseerde hersengolven met een laag voltage. De elektrische en chemische activiteit die deze fase reguleert, lijkt afkomstig te zijn uit de hersenstam en wordt voornamelijk gekenmerkt door de overvloed aan de neurotransmitter acetylcholine, gecombineerd met een bijna volledige afwezigheid van de neurotransmitters monoamine, histamine, serotonine en norepinefrine.
REM-slaap is fysiologisch verschillend van de andere slaapfasen, die gezamenlijk niet-REM-slaap worden genoemd (NREM-slaap, NREMS, gesynchroniseerde slaap). REM en non-REM-slaap alternatieve binnen een slaap -cyclus, die ongeveer 90 minuten in volwassen mensen duurt. Naarmate de slaapcycli voortduren, verschuiven ze naar een groter deel van de REM-slaap. De overgang naar de REM-slaap brengt duidelijke fysieke veranderingen met zich mee, te beginnen met elektrische uitbarstingen, PGO-golven genaamd, die in de romp ontstaan.encefalisch. Organismen in de REM-slaap schorten de centrale homeostase op, waardoor grote schommelingen in ademhaling, thermoregulatie en circulatie mogelijk zijn, die niet voorkomen in een andere slaap- of waakmodus. Het lichaam verliest abrupt spierspanning, een toestand die bekend staat als REM-atonie.
Professor Nathaniel Kleitman en zijn leerling Eugene Aserinsky waren degenen die in 1953 snelle oogbewegingen hebben gedefinieerd en deze aan dromen hebben gekoppeld. REM-slaap werd beschreven door onderzoekers als William Dement en Michel Jouvet. Bij veel experimenten werden proefpersonen wakker gemaakt elke keer dat ze de REM-fase ingaan, waardoor een toestand ontstond die bekend staat als REM-deprivatie. Personen die weer normaal mogen slapen, ervaren over het algemeen een bescheiden REM-rebound. De technieken van neurochirurgie, chemische injectie, elektro-encefalografie, positronemissietomografie en rapporten van wakkere dromers zijn gebruikt om deze fase van slaap te bestuderen.