Sui iuris is een term die is afgeleid van Latijnse wortels, waarvan de gelijkwaardigheid voor onze taal zou zijn "van eigen recht", een woord dat veel wordt gebruikt in de tak van het Romeinse recht. Sui iuris wordt begrepen, of beter gezegd, het wordt als zodanig toegeschreven aan die persoon die in de tijd van het Romeinse Rijk niet onderworpen, gedomineerd of onderworpen was aan het gezag of mandaat van anderen, dat wil zeggen, zij stonden niet onder de heerschappij van het land. macht van een ander individu in het bijzonder. De mensen aan wie sui iuris was toegekend, hadden de autoriteit en macht om te beslissen over hun daden, die in vergelijking met de mensen die als "alieni iuris" werden geclassificeerd, dat recht niet genoten, dat wil zeggen dat ze volledig werden onderworpen onder het regime. van anderen.
Elke man sui iuris werd de paterfamilias genoemd, of hij nu wel of geen kinderen had en of hij al dan niet de wettelijke leeftijd had; Deze mannelijke figuren hadden volledige rechtsbevoegdheid, naast de beroemde "status libertatis", die zinspeelde op hun vrijheid, en de "status civitratis", wat betekende dat ze Romeinse burgers waren. Deze titel werd hun toegekend toen ze vrij waren van autoriteit over hen, hetzij door de dood van hun mannelijke voorouders, hetzij door emancipatie.
Aan de andere kant kan de vrouwelijke figuur ook sui iuris zijn, maar in het geval dat ze niet onder het domein van een bepaalde autoriteit valt, betekent dit dat ze de titel van 'paterfamilias' niet mochten dragen, hoewel ze het gezinshoofdschap niet kon uitoefenen.. Deze persoon, die een vrije burger was en de naam sui iuris genoot, werd ook geclassificeerd als een "optimale iure" persoon wiens betekenis verwees naar het volledige genot van elk van de bestaande private en publieke rechten. Dit had de mogelijkheid om de vier belangrijkste bevoegdheden van de Romeinse wetgeving te bezitten, namelijk: "La Patria potestas", "La Manus maritalis", La Dominica potestas en "el Mancipium".