Matigheid is de zelfbeheersing van een gedrag onder verschillende smaken, wat leidt tot een buitensporig genot van de geneugten van het leven die ze met zich meebrengen; ontspanning, aankleden, tijd die aan zichzelf wordt besteed, zoals slapen, de manier van spreken of zelfs lachen, wordt matigheid genoemd. Door onze daden te matigen, denken we na over een innerlijk leven van kalmte van gedachten en vrede.
Volgens Aristoteles is het een van de vier kardinale deugden, namelijk: gerechtigheid, voorzichtigheid, kracht en matigheid, een actieve deugd die tot actie leidt en de ongecontroleerde aantrekking tot een of meer gevoelige genoegens of daden matigt., die gematigdheid of opperste zelfbeheersing toepassen op hun goederen of geschenken die door de schepping worden gegeven. Het wordt veel gebruikt door christelijke gelovigen of door mensen die het spirituele toepassen, zelfbeheersing in zichzelf hebben en dat verband houdt met gezond verstand en nuchterheid.het vermijden van de emoties die exploderen in woede of seksuele hartstocht, wat dus leidt tot een leven van wanorde, zonder zelfbeheersing, veranderend door consistente, betrouwbare en ordelijke handelingen. Bij matigheid vinden we drie essentiële onderdelen waarover wordt gedebatteerd tussen wat als correct wordt beschouwd en wat niet juist is; als de integraal die van schaamte naar eerlijkheid gaat, het suggestieve dat het leven combineert tussen totale of gedeeltelijke onthouding zoals kuisheid of eeuwige maagdelijkheid, het potentieel tussen woede en de strengheid tot bescheidenheid op zichzelf vervallen een leven van nederigheid en decorum.
Matigheid heeft als doel en doel om binnen een orde in het wezen te zijn, voortkomend uit de opleggen van rust van de geest, die inwerken op de innerlijke persoon leidt tot daden van verbetering en het omkeren van slechte gewoonten wanneer deze in de dagelijkse praktijk worden gebracht Dat is de reden waarom er wordt gezegd dat het een handeling of een activiteit is, de opvattingen van de Ouden is dat door het niet bezitten van deze toe te juichen deugd, het leven werd vernietigd door het egoïsme van de mens zonder een basis in liefde voor God of voor anderen.