Het woord textuur betekent in zijn oorspronkelijke betekenis de manier waarop de draden van een stof zijn georganiseerd. Met vertaling begon het woord de organisatie te betekenen van de elementen die de materie van elk lichaam vormen, specifiek verwijzend naar degene die zich aan de oppervlakte bevinden en waarneembaar zijn door zicht of aanraking.
De textuur is de uiterlijke en oppervlakkige verschijning van de structuur van de materialen, objecten en dingen die ons omringen. Als we naar de natuurlijke of kunstmatige wereld kijken, kunnen we verschillende texturen ontdekken, zoals de schors van bomen, stenen, muren, gebouwen, enz. , en in onszelf ontdekken we textuur wanneer we onze huid, haar, onze kleding en schoenen voelen .
Textuur kan optisch of visueel zijn, wanneer verschillen in het oppervlak alleen met het oog kunnen worden vastgelegd, maar niet reageren op aanraking. Evenzo kan de textuur tastbaar zijn als er verschillen zijn die tegelijkertijd reageren op aanraking en zicht.
Dezelfde woorden worden gebruikt om de visuele texturen te noemen en degene die voortkomen uit een tactiele ervaring: ruw, glad, ruw, hard, zacht, glad. Andere texturen hebben een voornamelijk visueel gevoel: glanzend, ondoorzichtig, gedempt, transparant, helder, metaalachtig, iriserend.
In de kunst is textuur, net als de andere elementen van plastische expressie, expressief, betekenisvol en brengt de mate van inhoud en communicatie over op zijn werk.
De kunstenaars hebben textuur gebruikt als een element van plastische en visuele taal om de kijker te sensibiliseren door de verschillende manifestaties die verband houden met esthetiek, zoals tekenen, schilderen, keramiek, beeldhouwkunst, design, goudsmeden, architectuur, onder anderen..
Op muzikaal gebied is textuur de manier om de verschillende stemmen of melodielijnen van een stuk of muziekfragment te combineren. Er zijn verschillende soorten textuur, zoals monodie , waarbij alle stemmen dezelfde melodie spelen; polyfonie of contrapunt , een combinatie van twee of meer onafhankelijke en verschillende ritmemelodieën; homofonie , alle stemmen bewegen per akkoordblokken en vertonen hetzelfde ritme; en begeleidde melodie, hoofdmelodie die wordt begeleid door akkoorden in de overige stemmen (instrumenten).