Vegetatie is de totale verzameling planten die in een territorium leven of de som van de plantengemeenschappen van een geografisch gebied; met andere woorden, de vegetatiebedekking van een gebied. Deze reeks soorten is het object van studie van de fytosociologie of geobotanie- wetenschap.
In de vegetatie wordt geen rekening gehouden met de systematische kenmerken ervan, noch wordt er ingegaan op de wetenschappelijke namen van de soorten die er deel van uitmaken.
De perceptie van het uiterlijk van de vegetatie van een bepaalde plaats is afhankelijk van omgevingsfactoren, zoals luchtvochtigheid, regenval, wind, reliëf en grondsoorten.
Als de omgevingscondities op een plaats de ontwikkeling van biologische vormen mogelijk maken, zullen deze op hun beurt bijdragen aan het creëren van de voorwaarden voor de groei en ontwikkeling van andere levende soorten, waardoor een gemeenschap van planten en dieren met hun eigen kenmerken ontstaat.
Aangenomen wordt dat er drie soorten vegetatie zijn in algemene lijnen: bossen en oerwouden (voornamelijk bomen), struikachtige gebieden (struiken en grassen) en woestijnen of halfwoestijnen (schaarste aan planten).
De eerste zijn verdeeld over een derde van het planeetoppervlak en daarin valt de jungle op (gigantische exemplaren, klimplanten of klimplanten, ebbenhout, mahonie, cacao, orchideeën); het tropische woud (boomrijke peulvruchten, malvaceae, baobabs); het mediterrane bos (mediterrane dennen, cipressen, steeneiken, eiken, laurier); de loofbossen (eik, iepen, kastanje, walnoot enz.) en de taiga (elzen, populieren en vooral naaldbomen zoals sparren en dennen).
De struikachtige streken omvatten de savanne (immense kruidachtige uitbreidingen onderbroken door mogotes en kleine bossen, galeriewouden genoemd); de steppe (droge grassen, korte grassen en ondiepe wortels) en de prairie (lange grassen, met relatief diepe wortels).
Woestijngebieden omvatten de woestijn (planten met grote wortels zoals cactussen, yucca's, tamarisken en agaves) en de toendra (kleine plantjes zoals mossen, korstmossen en zegge).
De watervegetatie vertoont een grotere gelijkenis met de biologische vormen. Het is hoofdzakelijk geconcentreerd op drie niveaus: de mariene kustzone (groene planten), de volle zee (zweefalgen) en de zoet-aquacultuur kustzone (meren, rivieren en lagunes).