Het woord schoen komt van het Turkse "zabata". De koninklijke academie definieert schoen als schoeisel of pantoffel, waarvan de hoogte niet groter is dan de enkel, met een onderste deel dat een leren zool of ander materiaal heeft en de rest van het schoeisel is gemaakt van leer, vilt, stof of andere stof. Met andere woorden, een schoen is een kledingstuk dat door mensen wordt gebruikt om hun voeten te beschermen tijdens het lopen, of om verschillende taken uit te voeren, maar daarnaast worden ze momenteel gebruikt als decoratie-element. Traditioneel werden schoenen in de oudheid gemaakt van leer, hout of stof, maar in de loop der jaren hebben ze deze materialen vervangen door rubber en plastic.
De geschiedenis van schoenen gaat terug tot 7000 voor Christus in de Verenigde Staten, waar de eerste schoen werd gevonden, eerder een sandaal, maar pas in 3500 voor Christus werden schoenen van leer gebruikt. De ontwerpen van deze eerste schoenen waren helemaal niet ingewikkeld, het waren gewoon 'voetzakken' op basis van leer om de voeten te beschermen tegen de kou, rotsen en puin. Maar het was vanaf de middeleeuwen dat schoenen werden gemaakt met verschillende materialen voor de beste aanpassing van de voet. Tegen de zeventiende eeuw was de schoen in Europa synoniem met adel, en veel kunstenaars creëerden schoenen met nieuwe en verschillende stijlen voor hun meesters; eindelijk in het midden van de 20e eeuwDankzij technologische vooruitgang begonnen ze deze schoenen te maken met andere soorten materialen.