Het woord klomp wordt gebruikt om een voorwerp of schoen uit een stuk hout te beschrijven waar de voet in wordt gestoken, om het te beschermen tegen modder of regen; Opgemerkt moet worden dat deze schoenen in sommige landen worden gebruikt door boeren en herders om door overstroomde en modderige plaatsen te lopen. Het is een woord met Latijnse oorsprong, specifiek van het woord "soccus" wat schoeisel betekent. Aan de andere kant wordt dit woord ook toegeschreven aan schoeisel, dat in tegenstelling tot het vorige, van leer is gemaakt, maar met een kurk of houten zool, die de voet bedekt van de tenen tot de wreef en onbedekt wordt door het deel van de hiel en dat is meestal licht.
In Spanje is het een soort schoeisel, zoals eerder gezegd, gemaakt van hout, met de hand en in een enkel of uniek stuk. In dit land werd en wordt het gebruikt in landelijke gebieden in het noorden, zoals Asturië, Baskenland, Cantabrië en Galicië, ook in andere berggebieden van Castilla y León, Catalonië en Aragon, ze gebruikten het voor veldwerk of als beschermend schoeisel in boerderijen, fabrieken en mijnen. Voor de vervaardiging van deze schoen wordt in Spanje nog groen hout van elzen, beuken en walnoten gebruikt, en met minder frequentie de kastanje, de populier en de zalgatera; Voor de ornamenten wordt berken gebruikt, dat zachter is maar niet erg duurzaam als het voor het werk wordt gebruikt. Klompen zijn vaak gerelateerd aan typische klederdracht in veel delen van Spanje, inclusief de etnografische identiteit van landen als Nederland en Zweden. Deze schoenen hebben zich bewezen als veiligheidsschoenen, maar ook als gezond voor de voeten.