Abstractie komt van het Latijnse abstract en is gekoppeld aan het werkwoord abstract, wat betekent dat je de kenmerken van een object of een feit afzonderlijk in de geest scheidt, en ophoudt aandacht te schenken aan de zintuiglijke wereld om alleen op het denken te focussen.
Volgens de wiskunde is abstractie het intellectuele proces waardoor we de specifieke eigenschappen van verschillende objecten mentaal scheiden om ons uitsluitend op een of meer gemeenschappelijke kenmerken te concentreren. Het is door nauwkeurigheid dat deze mentale operatie, eenvoudige generalisatie genaamd, wordt bereikt.
Binnen de wiskunde zijn er abstracte concepten, aangezien ze het product zijn van abstracties. Enkele van deze concepten zijn onder meer: volume, oppervlak, massa, materiaal, aantal, lengte, gewicht.
Voor de filosofie is abstractie een intellectuele operatie waarbij wat onafscheidelijk is van de werkelijkheid wordt gescheiden. Abstractie is de prioriteit van het instrument van generalisatie, aangezien je je geen algemene kennis kunt voorstellen zonder het individu te elimineren, dat wil zeggen zonder te abstraheren. Daarom is elk algemeen idee abstract en heeft het alleen een begrijpelijke, geen concrete realiteit.
Binnen de kunst is abstractie een artistieke stijl die halverwege 1910 ontstond, als reactie op realisme en ondersteund door de opkomst van fotografie die een crisis veroorzaakte in de figuratieve kunst, een van de belangrijkste uitingen van kunst uit de 20e eeuw.. Het duidt tegelijkertijd twee verschillende vormen van non-figuratieve kunst aan. Accentueren van de chromatische, formele en structurele aspecten, benadrukken de waarde en expressieve kracht ervan, zonder te proberen modellen of natuurlijke vormen te imiteren.