De fysieke toestand vertegenwoordigt elk van de stadia of vormen, die fysiek kunnen worden gewaardeerd door het meten van bepaalde eigenschappen, die een fysiek systeem kan aannemen in zijn tijdelijke ontwikkeling. Met andere woorden, wanneer een fysiek systeem veranderingen ondergaat, is een fysieke toestand een van de mogelijke situaties geweest die het gevolg zijn van genoemde veranderingen.
Het concept van fysieke toestand is een beetje onnauwkeurig en het is mogelijk dat het enigszins verschillende betekenissen aanneemt, afhankelijk van de fysische theorie die wordt behandeld, en daarom is het nodig om het te analyseren binnen de specifieke context waarin het voorkomt. Hier zijn enkele van de natuurkundige gebieden waar naar de term fysieke toestand wordt verwezen:
In de klassieke mechanica: de microstaat van een lichaam verwijst naar een reeks opmerkelijke meetbare variabelen om zijn toekomstige temporele ontwikkeling volledig te specificeren.
In de thermodynamica verwijst de macrostaat van evenwicht van een lichaam naar representatieve situaties van het systeem, gekenmerkt door een combinatie van fysische eigenschappen, bijvoorbeeld temperatuur, volume, enz.
Bij de analyse van dynamische systemen, een fysiek systeem dat in de loop van de tijd wordt getransformeerd en een model wordt door middel van een differentiaalvergelijking. In dit gebied wordt de rij onbekende variabelen die deze vergelijking beïnvloedt 'toestand' genoemd.
In de kwantummechanica is een toestand een wiskundig element dat de maximaal haalbare informatie van het systeem synthetiseert. Aan de andere kant worden toestanden in de relativistische kwantummechanica geassocieerd met mogelijke toestanden van ruimte-tijd.
Wanneer fysieke toestanden aan materie zijn gekoppeld, verwijzen ze naar de fysieke toestand waarin materie in de natuur wordt aangetroffen, deze kunnen zijn: vaste, vloeibare en gasvormige toestand.
Vaste toestand: een materie in vaste toestand wordt gekenmerkt door zijn eigen en absolute vorm, het wordt niet gewijzigd, tenzij er kracht op wordt uitgeoefend of het wordt blootgesteld aan hoge temperaturen.
Vloeibare toestand: een materie in vloeibare toestand heeft geen specifieke vorm, het kan van de ene container naar de andere worden veranderd zonder het volume te wijzigen.
Gasvormige toestand: een materie in gasvormige toestand heeft geen gedefinieerde vorm en past zich, net als vloeistoffen, aan elke container aan waarin het wordt geplaatst.