Cognitieve structuur kan worden opgevat als een mentaal proces dat mensen gebruikt om te kunnen om de informatie die zij ontvangen te begrijpen. De cognitieve structuur maakt het mogelijk de informatie zo te organiseren dat de persoon kan leren en onthouden, dat wil zeggen dat deze structuren het begrip en het geheugen integreren. Met andere woorden, de cognitieve structuur wordt gezien als een reeks ideeën die een onderwerp heeft over een bepaald kennisgebied en de manier waarop deze in zijn hoofd worden georganiseerd.
Binnen het leerproces is het voor het verwerven van nieuwe kennis erg belangrijk om de cognitieve structuur van de student te identificeren. Niet alleen om te weten hoeveel informatie ze hebben, maar ook om welke concepten ze weten te beheersen, en om hun stabiliteitsniveau
Er zijn drie klassen van cognitieve structuren bekend:
- De eerste zijn vergelijkend denken, zoals onthouden en classificeren.
- De tweede zijn die van symbolische representatie, zoals dans, muziek, wiskunde en gebaren.
- De derde is de logische redenering, zoals redenering, oorzaak en gevolg, beoordeling en oplossing van problemen.
Als je verschillende mensen zou vragen wat het eerste is dat in je opkomt als je het over vliegen hebt, zul je waarschijnlijk verschillende antwoorden hebben. Waar gaat dit over? Omdat alle individuen anders denken en dit ook doen, omdat ze verschillende cognitieve structuren hebben.
Terwijl mensen leren en leren, slaan ze al die informatie op een geordende manier op in hun geheugen en elke keer dat ze nieuwe kennis assimileren, slaan ze die op in hun geheugen.
Kenmerkend voor de cognitieve structuur is dat ze niet rigide is, maar in de loop van de tijd toeneemt naarmate nieuwe kennis wordt verkregen of een nieuwe link wordt ontdekt tussen twee eerder opgeslagen kennis.