Het woord onroerend goed komt van het Latijnse "immobilis" wat onbeweeglijk of onroerend betekent, het wordt gevormd met het voorvoegsel "in" wat "nee" betekent, het werkwoord "movere" gelijk aan "verplaatsen", plus het achtervoegsel "gal" wat mogelijkheid betekent; daarom betekent de etymologie iets “dat niet kan worden verplaatst”. Deze term kan worden toegepast op eigendommen die niet kunnen worden verplaatst of overgedragen van de ene plaats naar de andere omdat ze aan de grond zijn bevestigd.
Constructie of opbouw wordt ook wel eigendom genoemd, gemaakt door een reeks elementen die resistent zijn, waardoor huizen, woningen, gebouwen, enz. en dit is waar onroerend goed naar voren komt, dat zijn die eigendommen die onroerend zijn, zonder de mogelijkheid om te worden verplaatst; ze kunnen onder andere door adhesie zijn.
Aan de andere kant vinden we roerende goederen die het tegenovergestelde zijn van wat hierboven is beschreven, aangezien het goederen zijn die van de ene plaats naar de andere kunnen worden verplaatst zonder hun integriteit te verliezen, zoals auto's, boten, motorfietsen enz. Maar er moet worden opgemerkt dat onroerend goed duurder is dan roerende goederen, hoewel aan deze beperking niet altijd wordt voldaan, maar ook op echte objecten kan vaak worden gehypothekeerd, maar met meubels komt dit zelden voor.
Dit type onroerend goed kan worden geclassificeerd als goederen van aard die de bodem en ondergrond zijn; activa door oprichting die allemaal constructies zijn; goederen op bestemming die zijn wanneer meubels worden toegevoegd en tenslotte, naar analogie, daar vinden we de hypotheekconcessies.