De term eed komt van het Latijnse iuramentum en betekent de bevestiging of ontkenning van een handeling, waarbij God als getuige wordt geplaatst. Dit woord is een soort belofte waar iets of iemand wordt aangeroepen.
Een eden kunnen een interne en zeer persoonlijke handeling zijn, aangezien de beëdigde persoon een bepaald doel probeert te vervullen of een bepaalde inspanning levert. Deze daad maakt deel uit van een soort pact tussen het subject en God of degene aan wie de verklaring wordt afgelegd.
Er zijn andere soorten eden die, in tegenstelling tot de reeds genoemde, worden beschouwd als plechtige openbare handelingen. Een voorbeeld hiervan zijn de ambtenaren die een positie in de staat innemen en voor het volk een eed afleggen als garantie voor het nakomen van hun verplichtingen en verantwoordelijkheden.
Evenzo leggen andere professionals eden af op het moment van afstuderen als een symbolische daad, het bewijs hiervan zijn de doktoren die de zogenaamde eed van Hippocrates moeten uitvoeren, wiens doel is dat zij beloven dat ze hun werk met geweten en met geweten zullen uitvoeren. absolute verantwoordelijkheid jegens de mensen die ze als patiënt zullen hebben.
Aan de andere kant worden op gerechtelijk niveau verklaringen afgelegd onder ede die ook een garantie vormen voor de juistheid van wat er wordt gezegd. Wie zweert, geeft zijn woord en zorgt ervoor dat wat er wordt gezegd overeenkomt met de waarheid.
Het overtreden van een eed kan, afhankelijk van de context, een reeks straffen met zich meebrengen. Het is mogelijk om een morele sanctie voor te stellen voor het niet afleggen van getuigenis of, rechtstreeks, een civiele of strafrechtelijke bestraffing ondergaan volgens de geldende wet- of regelgeving.