In algemene termen wordt de dood gedefinieerd als het hoogtepunt van het leven, wanneer een persoon sterft, zijn zijn vitale functies nul. In de geneeskunde spreken we van hersendood, wanneer de hersenen volledig en onomkeerbaar stoppen met werken, maar voor artsen om te verklaren dat hersendood heeft plaatsgevonden, is het noodzakelijk om aan bepaalde procedures te voldoen, zoals de registratie van de afwezigheid van reflexen in het licht van een reeks prikkels, en het absolute gebrek aan ademhaling en het afmaken van een vlak encefalogram, wat de afwezigheid van hersenactiviteit weerspiegelt.
Tegenwoordig is de geneeskunde enorm geëvolueerd, waardoor de persoon kunstmatig kan blijven leven, dat wil zeggen verbonden met machines die het hart helpen blijven kloppen. Van daaruit ontstaat de moderne versie van de dood, zoals hersendood of onomkeerbare coma, waardoor de mogelijkheid wordt geboden dat deze patiënten, na voorafgaande toestemming of op besluit van hun familieleden, hun organen kunnen doneren aan anderen in nood. De dood kan van nature voorkomen (door ouderdom of ziekte); of gewelddadig (ongevallen, zelfmoord, moord, enz.).
Verschillende religies hebben hun eigen interpretatie van wat de dood betekent, bijvoorbeeld voor de christelijke religie is de dood niet het einde van het leven, integendeel, het is de stap naar een nieuw leven naast God, de dood het is de weg van de aardse wereld naar de hemel, of de hel, naargelang het geval. Voor moslims vertegenwoordigt de dood hetzelfde als het christendom, het enige verschil is dat ze niet geloven dat ze, wanneer ze sterven, naar de hel zullen gaan, aangezien ze wachten op de tussenkomst van de profeet Mohammed om hen te redden van veroordeling.
In het hindoeïsme betekent de dood niet naar de hemel of de hel gaan, ze geloven dat wanneer de persoon sterft, zijn ziel zal terugkeren door reïncarnatie, en niet noodzakelijkerwijs zal reïncarneren in een menselijk lichaam, het is mogelijk dat dit gebeurt in een dier Dit zal afhangen van het karma en de prestatie van de persoon in zijn oude leven.
Traditioneel wordt het beeld van de dood gepersonifieerd door een skeletachtige vrouwelijke figuur in het zwart gekleed en met een sikkel in haar hand.