Het is er een die beweert objectief te zijn en die een bepaalde realiteit beschrijft. Een bevestigende zin is een van de twee opties (samen met de negatieve zin) die deel uitmaken van declaratieve zinnen, ook wel assertieve of declaratieve zinnen genoemd.
Daarom kunnen we, door een idee in de vorm van een zin vast te stellen, dit doen door iets te bevestigen of te ontkennen. Laten we eens kijken naar enkele concrete voorbeelden van bevestigende zinnen: het is acht uur, ik heb honger, het is een vermakelijk spel. In alle drie de voorbeelden is er informatie die in principe overeenkomt met de waarheid en die bedoeld is om objectief iets te communiceren. Met de opname van het woord nee in een van hen, zou de zin negatief worden.
Bevestigende zinnen worden daarom gebruikt om iets als waarheid te verklaren. Het betekent natuurlijk niet dat het bovenstaande ook echt waar is (iemand kan zeggen "mijn broek is blauw" terwijl het kledingstuk in feite groen is), maar het krijgt een karakter van waarheid door grammatica.
Andere voorbeelden kunnen zijn:
- Het is vijf.
- Het regent.
- Maria is een brunette.
- Mijn naam is Rogelio.
- Het is een vrachtwagen van 25 ton.
Men kan zeggen dat zinnen die reeksen termen zijn, of in sommige gevallen zelfs geïsoleerde woorden, die een eenheid van betekenis vormen en die autonomie hebben vanuit syntactisch oogpunt.
Er is een grote verscheidenheid aan soorten zinnen. Onder hen zijn bevestigende zinnen, dit zijn de zinnen die iets met een echt karakter verklaren of verkondigen. Bijvoorbeeld: "Mijn broek is blauw", "Luciana's hond is erg groot", "Het spel begint om 21:00 uur"
We moeten zeggen dat bevestigende zinnen op hun beurt kunnen worden ingedeeld in twee duidelijk afgebakende groepen:
- Positieve gebeden. Zoals hun naam doet vermoeden, zijn zij degenen die iets melden door een objectief feit te vermelden. Een duidelijk voorbeeld hiervan is het volgende: "In Andalusië stijgt de temperatuur in de zomer enorm".
- Negatieve zinnen. Integendeel, deze zinnen zijn degenen die verantwoordelijk zijn voor het verklaren van iets door het ontkennen van een specifiek feit. Een voorbeeld van deze te zijn in staat om hen juist begrip kan de volgende zijn: "Kaas wordt niet verkregen uit olijfolie ".