De gelijkenis als een literaire figuur is een soort figuurlijk verhaal, dat door gelijkenis of analogie een lering voortbrengt die verwijst naar een onderwerp dat als zodanig niet expliciet is. Het is in feite een symbolisch verhaal, of een relativiteitstheorie die gebaseerd is op een aanvaardbare waarneming. Het doel van de gelijkenissen is om een boodschap achter te laten voor degenen die ernaar luisteren; net zoals (volgens de christelijke evangeliën) Jezus deed toen hij gelijkenissen vertelde om al zijn volgelingen te onderwijzen.
De gelijkenis vertegenwoordigt een van de eenvoudigste vormen van het verhaal, het roept een omgeving op en specificeert een handeling en de gevolgen ervan. Meestal is er altijd een personage dat worstelt met een moreel dilemma of een twijfelachtige handeling verricht. Om later de resultaten van die actie te ondergaan. Veel culturele tradities worden gezien als gelijkenissen.
De kenmerken die een gelijkenis onderscheiden zijn:
- Het wordt uitgedrukt in proza en maakt deel uit van het epische genre.
- De maat kan variabel zijn.
- Het maakt gebruik van veel metaforen.
- Van didactische aard.
- Beschrijf een actie en de gevolgen ervan.
- De personages die in de gelijkenis worden aangetroffen, worden geconfronteerd met veel morele wisselvalligheden waardoor ze uiteindelijk lijden onder het resultaat van hun keuze.
- Het zijn kleine verhaaltjes die het dagelijks leven weergeven.
Nu, de moreel doel van de gelijkenis is van fundamenteel belang, want het is echt het legitieme doel van het verhaal dat wordt verteld, de persoon moet leren om te reflecteren op hun gedrag en in staat zijn om conceptueel te vertalen, dat wil zeggen, filosofisch.
De gelijkenis heeft een onbetwistbaar literair stuk, aangezien het zeer interessante verhalen zijn, hoewel hun ware doel van morele aard is.