Het Marshallplan was een project van de Verenigde Staten met als enig doel West-Europa economisch te helpen, waarbij 13 miljard dollar werd toegekend door de Amerikaanse natie voor de wederopbouw van de door de Tweede Wereldoorlog verwoeste landen.
Het doel van de Verenigde Staten met de totstandkoming van dit plan was om de door de oorlog verwoeste gebieden in optimale omstandigheden te brengen en op deze manier handelsbelemmeringen weg te nemen en de industrie te moderniseren, waardoor het continent welvarender wordt. Dit was bedoeld om te voorkomen dat het communisme Europa zou overnemen, aangezien het grote invloed had op een groot deel van het continent.
Deze door de VS verstrekte hulp werd per hoofd van de bevolking over verschillende landen verdeeld, waarbij de bedragen groter waren voor de industriële machten. Het Verenigd Koninkrijk had de beste voordelen met het Marshall-plan, dat 26% van het totale krediet ontving, gevolgd door Frankrijk en West-Duitsland met 11%, in totaal 18 landen waren de begunstigden van dat plan.
Dit plan kreeg veel kritiek omdat het bepaalde delen van het continent niet begunstigde om de toetreding van Amerikaanse bedrijven te bevorderen en ook vanwege de angst die sommige landen voelden toen ze dachten dat ze afhankelijke staten van de Verenigde Staten van Amerika zouden kunnen worden.
Dit plan draagt de naam van de voormalige minister van staat George Marshall, een van de grootste generaals van de Amerikaanse natie heeft gehad tijdens de oorlog. Op dezelfde manier werd het initiatief gesteund door de Republikeinen en Democraten van die tijd, dankzij de effectiviteit die deze term nu had, wordt het gebruikt om te verwijzen naar grootschalige economische reddingsprogramma's.