Psychologie

Wat is intelligentie? »De definitie en betekenis ervan

Anonim

In strikt wetenschappelijke en algemene zin wordt intelligentie gedefinieerd als het aangeboren vermogen dat mensen hebben om hun leven lang te analyseren en een bepaald niveau van leren te verwerven. Desondanks is een betekenis met betrekking tot wat intelligentie werkelijk is, nog niet als zodanig geaccepteerd. Deze term komt van het Latijnse woord "intellegere", zijnde "inte" tussen en "llegere" lees of kies.

Over intelligentie wordt, net als andere soortgelijke onderwerpen, al duizenden jaren gedebatteerd. Dit komt omdat het niet precies bekend is wat het is en hoe het de mens beïnvloedt. Het wordt natuurlijk als een essentieel element beschouwd voor het verwerven van kennis, het analyseren van de omgeving en het aanpassen aan verschillende situaties. In Daarnaast is het ook van mening dat dit vermogen kan worden gemeten door het testen van een onderwerp iedereen, met zogenaamde genaamd " IQ-test " examen (IQ), in de veronderstelling ontwikkeld dat intelligentie flexibiliteit om problemen op te lossen kan zijn snel.

Er zijn, op dezelfde manier, verschillende soorten intelligenties waaronder opvallen: taalkundige intelligentie (begrip en correct gebruik van woorden), muzikale intelligentie (begrip en recreatie van complexe geluiden), logisch- wiskundige intelligentie (het oplossen van complexe problemen is de overheersend kenmerk), ruimtelijke intelligentie (vermogen om relaties tussen vormen en kleuren te onderscheiden), lichaams-kinesthetische intelligentie (controle over en doorgeven van gevoelens door het lichaam), interpersoonlijke intelligentie (inzicht in de gevoelens en attitudes van anderen) en intrapersoonlijke intelligentie (zelfbegrip).

Een andere theorie, voorgesteld door de psycholoog Robert J. Sternberg, dicteert ook drie soorten mogelijke intelligentie, namelijk de component-analytische, de ervaringsgerichte en de contextuele praktische. Ondanks alle theorieën en hypothesen over hoe intelligentie werkt, ondersteunen sommige wetenschappers de overtuiging dat intelligentie zich al duizenden jaren in alle wezens heeft ontwikkeld, als gevolg van de routinematige veranderingen die onze voorouders hebben ondergaan in hun eetgewoonten en sociale interacties..