Pedagogisch leiderschap is een slimme balans tussen kortetermijnmanagement (leidinggevend leiderschap) van bestuursfuncties en een langetermijnvisie (visionair leiderschap) van onderwijsfuncties. Hoewel leiders bepaalde managementfuncties niet kunnen verwaarlozen, zijn onderwijzen en leren gebieden van academisch leiderschap waar effectieve onderwijsleiders consequent het grootste deel van hun tijd aan moeten besteden. Onderwijzen en leren staan bovenaan uw prioriteitenlijst.
Managers hebben meestal voldoende vrijheid om deze prioriteiten in hun instellingen vast te stellen.
Pedagogische leiderschap is vooral leiderschap gericht op het leren. Dit leiderschap heeft geen zorg, zo niet een passie, voor leren, waardoor dit concept van vitaal belang is voor actoren in de onderwijssector, wat een overdracht van kennis inhoudt in plaats van een conceptie van hun activiteit als bouwer of schepper van kennis.. In dit perspectief is schoolleiderschap erg complex omdat het systeem een opkomende eigenschap heeft die verblijft in een onderwijsteam binnen een groep of netwerk van mensen die hun ervaring delen en wiens onderwijspotentieel tijdens een missie wordt vrijgegeven.
Pedagogische leiders zijn intensief betrokken bij de school kwesties die rechtstreeks van invloed zijn studenten leren prestaties. Deze belangrijke rol gaat verder dan het schoolleiderschap, omdat er anderen bij betrokken zijn. De belangrijkste actoren in onderwijskundig leiderschap zijn:
- Administratief personeel (burgemeester, curriculumcoördinatoren, enz.)
- Directeuren en adjunct-directeuren.
- Meesters van de leringen.
Pedagogische leiders zijn goed geïnformeerd over pedagogische en wetenschappelijke leesreferenties om hen te helpen bij de selectie, aanbeveling en implementatie van lesmateriaal. De deelname van onderwijsleiders aan professionele ontwikkelingssessies of professionele conferenties helpt hen ook alert te blijven en dit geeft hen de mogelijkheid om monitoringwerk te ontwikkelen en uit te voeren. essentiële leesreferenties
Hallinger (2003) heeft een pedagogisch leiderschapsmodel gedefinieerd met verschillende praktijkcategorieën, waarvan er drie uitstekend zijn:
- De definitie van de missie van de school, inclusief het formuleren en communiceren van de doelen van de school.
- Beheer van het onderwijsprogramma met inbegrip van de begeleiding en evaluatie van het onderwijs, de coördinatie van het programma en het bewaken van de voortgang van de student.
- Bevorder een positieve leeromgeving met prikkels voor leraren (bevordering van professionele ontwikkeling, behoud van lesuren, onderwijstransparantie) en geef prikkels voor zelfstudie.