Het model Atomic Thomson is een theorie die spreekt over de structuur van atomen en werd voorgesteld door de Britse natuurkundige Joseph Thomson, die ook de ontdekker van het elektron is. Door middel van dit model stelde Thomson dat het positief geladen atoom bestond uit negatieve elektronen, die erin waren ingebed, alsof het rozijnen in een pudding waren. Vanwege deze vergelijking staat dit atomaire model ook bekend als " het rozijnenpuddingmodel ".
Thomsons model stelde dat elektronen gelijkmatig verdeeld waren in het binnenste deel van het atoom, gefixeerd in een positief geladen cluster. Het atoom werd gezien als een bol gevuld met positieve lading, met elektronen verspreid als kleine korrels.
Thomsons theorie bepaalde:
- Het atoom bestaat uit negatieve elektronen, die net als een rozijnenpudding in een ballon met een positieve lading worden gebracht.
- Elektronen zijn gelijkmatig verdeeld binnen het atoom.
- Het atoom is neutraal, daarom worden de negatieve ladingen gecompenseerd door positieve ladingen.
De theorie die door Thomson naar voren werd gebracht, leidde weliswaar positief naar een aantal van de waargenomen gebeurtenissen die verwijzen naar chemie en kathodestralen, maar leidde tot verkeerde voorspellingen over de verdeling van de positieve lading binnen de atomen. Deze voorspellingen waren niet compatibel met de resultaten van het model van Rutherford, waarin werd voorgesteld dat de positieve lading werd gecondenseerd in een klein gebied in het midden van het atoom, dat later de atoomkern zou worden genoemd.
Thomsons model werd vervangen door dat van Rutherford, toen werd aangetoond dat het niet compact is, maar totaal leeg, met de positieve lading gegroepeerd in een kleine kern, omgeven door elektronen.